Veel mensen willen geen gif gebruiken in hun tuin. Dat is begrijpelijk. Gif maakt niet alleen de plaag kapot, maar kan ook nuttige dieren doden. Met biologische bestrijding werk je met de natuur mee. Je helpt de tuin om zichzelf te beschermen. Denk aan lieveheersbeestjes die bladluizen eten of vogels die slakken oppikken. Zo hou je je tuin gezond zonder schade voor andere planten of dieren.
Hoe je goede dieren aantrekt in je tuin
Sommige dieren helpen je met plaagbestrijding. Lieveheersbeestjes, gaasvliegen en vogels doen veel werk voor je. Om deze helpers aan te trekken, moet je zorgen voor schuilplekken. Een hoop bladeren of een oude boomstronk is vaak al genoeg. Ook water trekt dieren aan. Een klein schaaltje met water helpt vogels en insecten om te blijven. Als ze zich thuis voelen, blijven ze terugkomen en helpen ze jou automatisch mee.
Planten kiezen die plagen weghouden
Sommige planten houden plagen op afstand door hun geur of smaak. Goudsbloemen helpen tegen aaltjes in de grond. Lavendel schrikt bladluizen af. Ook knoflook en ui werken goed tegen insecten. Deze planten kun je mengen met je groente of bloemen. Zo werk je aan een gezonde balans in je tuin. Je hoeft dan minder in te grijpen, omdat de planten zelf al iets doen tegen de plaag.
Schade beperken zonder alles weg te halen
Niet elke plaag is meteen een probleem. Soms kun je de schade laten zitten als die klein blijft. Je hoeft niet altijd in te grijpen. Planten kunnen best wat blad missen. Kijk eerst goed hoeveel schade er is en waar het vandaan komt. Als je maar een paar bladluizen ziet, kun je ze met de hand weghalen. Dat is vaak genoeg om het onder controle te houden. Zo laat je de natuur haar werk doen.
Wat te doen als het echt uit de hand loopt
Soms werkt biologische bestrijding niet meteen. Als de plaag te groot wordt, moet je toch ingrijpen. Er zijn dan middelen op basis van zeep of olie die je kunt gebruiken. Deze zijn minder schadelijk dan gif. Gebruik ze wel met mate en alleen als het nodig is. Blijf daarna zorgen voor een goede bodem, water en lucht in je tuin. Zo maak je je planten sterk. En sterke planten zijn minder vatbaar voor plagen.
